1

Online oefenen: De letterklanken 1
1. Spel het woord.
2. Wat is de eerste letter?
3. Wat is de middelste letter?
4. Wat is de laatste letter?
5. Typ de eerste letter
6. Typ de middelste letter.
7. Typ de laatste letter.
8. Welk plaatje hoort bij de letter?
9. Welk geluid hoort bij het woord?
10. Welk woord hoort bij het geluid?

2

Online oefenen: De letterklanken 2
1. Spel de letterklanken mee.
2. Klanken horen: B - P
3. Klanken horen: oe-uu
4.Kort en lang: a-aa
5. Kort en lang: i-ie
6 .Kort en lang: e-ee
7. Woord flitsen 1
8. Welk plaaltje hoort bij het woord? 1
9. Woord flitsen 2
10. Welk plaaltje hoort bij het woord? 2

3

Online oefenen: Oefenen.nl/nt2
1. Het leesplankje 1
2. Het leesplankje 2
3. Kleuren
4. Het huis
5. Sporten
6. Het weer
7. Het vervoer
8. voorzetsels 1
9. De natuur
10. Het lichaam
11. De familie
12. De dieren
13. De vormen
14. Beroepen
15. De kleren
16. voorzetsels 2

4

Nt2 A0 A1: De tegenstellingen. In de 2e kolom staan de werkbladen.
Tegenstellingen 1

Tegenstellingen 1
Tegenstellingen 2
Tegenstellingen 3
LZN tegenstellingen
Flash kaarten 1
1. Schrijf de woorden over in jouw taal
2. Keuzen vragen 1
3. Trek een lijn
4. Schrijf de tegenstelling op
5. keuzen vragen 2
6. Zet de letters op de juiste plaats
Tegenstellingen 2

Tegenstellingen 4
Tegenstellingen 5
Tegenstellingen 6
LZN tegenstellingen 2
Flash kaarten 2
1. keuzenvragen 3
2. Trek een lijn
3. keuzenvragen 4
4. Zet de letters op de juiste plaats 2
Tegenstellingen 3

Tegenstellingen 7
Tegenstellingen 8
Tegenstellingen 9
LZN tegenstellingen 3
Flash kaarten 3
1. Keuzen vragen 5
2. Trek een lijn
3. Zet de letters op de juiste plaats
4. Keuzen vragen 6
5. Trek een lijn

5

Nt2 A0 A1: Werkwoorden.
1. Werkwoorden

6

klok kijken analoge. Vul in: de tijd in spreektaal
Online

1. De hele uren
2. De halve uren
3. De kwartieren
4. De 10 minuten
5. De 5 minuten
6. De Minuten
7. De herhaling
Werkbladen.
Download de bestanden
1. De hele uren schrijven
2. De halve uren schrijven
3. De kwartieren schrijven
4. De 10 minuten schrijven
5. De 5 minuten schrijven
6. De Minuten schrijven
7. De herhaling schrijven

7

Online oefenen Nt2: De persoonlijke voornaamwoorden.
En de bezittelijke voornaamwoorden.
1. De persoonlijke voornaamwoorden
2. De persoonlijke voornaamwoorden
3. De persoonlijke voornaamwoorden
1. De bezittelijke voornaamwoorden
2. De bezittelijke voornaamwoorden
3. De bezittelijke voornaamwoorden
Werkblad 1
Werkblad 2
Werkblad 3
Werkblad 4.
Werkblad 1
Werkblad 2
Werkblad 3

8

Online oefenen.nl: Taallessen TN 1
1. Taalklas 1
2. Taalklas 2
3. Taalklas.nl 1 Extra
4. Station Nederlands 1

9

Werkbladen: Taalklas 1
1. Het huis
2. Het lichaam
3. Het weer
4. De familie
5. Het eten
6. Op school
7. In huis
8. Het openbaar vervoer
9. Lekker vrij
10. De vrienden
11. In de winkel
12. Op straat

10

Werkbladen: Taalklas 2
1. Wat een mooi huis
2. Dag buurvrouw
3. Mag ik dit ruilen
4. Dokter ik ben ziek
5. Sorry ik meld me ziek
6. Vrijwilliger ja leuk
7. Een brief van school
8. Waar is de supermarkt
9. Op cursus
10. Hoe werkt dit apparaat
11. Wat vind je van de cursus
12 Naar de bibliotheek

11

Werkbladen: Taalklas. 1 extra
1. De familie
2. Reizen
3. Koken
4. Het lichaam
5. De Natuur
6. Sporten
7. De school
8. Het zieken
9. Het gevaar
10. De klussen
11. Het gevoel
12. Het feest

12

Werkbladen: Station Nederlands 1
Station Nederlands 1

13

Nt2 A1 online oefenen: Luisteren.
1. Kennismaken
2. Een afspraak maken
3. Eten
4. Mijn huis
5. Naar een restaurant
6. De sportschool
1. Oefentoets luisteren A1.
2. Oefentoets luisteren A1.
3. Oefentoets luisteren A1.

14

Nt2 A1 online oefenen: Spreken.
Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
1. OTN A1
2. OTN A1

15

Nt2 A1 online oefenen: Schrijven.
1. Schrijven
2. Schrijven
3. Schrijven
4. Schrijven
5. Schrijven
6. Schrijven

16

NT2 Online oefenen A1:Grammatica
Hebben en zijn
Modale werkwoorden
Meervoud
Persoonlijk Voornaamwoord
Bezittelijk Voornaamwoord
Voorzetsels
Vraagwoorden
Niet & geen
Inversie
Ja of nee

Start lezen A0

Hoe werkt dit?
1. Lees het verhaaltje. 2. Je maakt de vragen.
3. dit doe je bij alle verhaaltjes. 4. dan verzenden. 5. klik op resultaten weergeven.

Dit programma is ook geschikt voor het leren van lettergrepen, zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en bijwoorden.
Dit doe je met je docent of taalcoach. Er is een vertaler bij als een beeldplaat woordenboek.

1. ik lees kern 1
2. ik lees kern 1
3. ik lees kern 1
4. ik lees kern 1
1. Begrijpend lezen kern 2
2. Begrijpend lezen kern 2
3. Begrijpend lezen kern 2
4. Begrijpend lezen kern 2
5. Begrijpend lezen kern 2
6. Begrijpend lezen kern 2
7. Begrijpend lezen kern 2
8. Begrijpend lezen kern 2
9. Begrijpend lezen kern 2
1. Begrijpend lezen eind kern 2
2. Begrijpend lezen eind kern 2
3. Begrijpend lezen eind kern 2
4. Begrijpend lezen eind kern 2
5. Begrijpend lezen eind kern 2
6. Ik ben ik en jij bent jij

Kijken en begrijpen

Deze video's komen uit taalklas 1
1. Kijken en begrijpen - Het huis
2. Kijken en begrijpen - Het lichaam
3. Kijken en begrijpen - Het weer
4. Kijken en begrijpen - De familie
5. Kijken en begrijpen - Eten
6. Kijken en begrijpen - De school
7. Kijken en begrijpen - In huis
8. Kijken en begrijpen - Vervoer
9. Kijken en begrijpen - Vrij
10. Kijken en begrijpen - Vrienden
11. Kijken en begrijpen - De winkel
12. Kijken en begrijpen - Op straat

Themaboekjes Melkweg taal: Alfa A

Praten, lezen en schrijven

(dit doe je met je docent of taalcoach)

Uitleg: Wat moet ik hier doen?
Heel veel woorden.
Gezond eten.
Naar de winkel.
Een ander huis
Waar woon jij?
Wat voor werk doe jij?
De tandarts.
De dokter
Reizen.
Stem jij ook?
Stemmen:video
Het lichaam: a1/a2.